Hoe een blokje om uit de hand liep

14 september 2023 - Villes-sur-Auzon, Frankrijk

George als ‘expert routeplanner’ heeft een leuk ommetje voor me uitgezet. Hij zelf neemt nog even een dagje rust voor hij morgen via Bedoin de Ventoux beklimt. Via de ‘echte’ kant, zoals de kenners zeggen. Zijn fiets 'loopt wat aan’ dus hij zoekt een fietsenmaker terwijl ik geniet van een rondje in de buurt. Ik peddel relax tussen velden met druiven. Her en der zijn ze bezig met de pluk; te herkennen aan gekleurde parasols en bedrijvigheid in de wijngaard. Voor me rijdt een klein vrachtwagentje vol met kratten druiven. Het oogt hier nog best kneuterig. De weg is rustig; weinig verkeer, goed asfalt en ik geniet helemaal als ik naar het Noorden draai en de Ventoux steeds voor me heb. Glooiende velden met op de achtergrond de machtige Ventoux met zijn witte toren. In plaats van via een ommetje richting Bedoin te fietsen, neem ik per ongeluk de snelste weg. Hè, ik dacht dat ik zo goed op mijn Garmin had gekeken. Maar ook deze weg is mooi. In Bedoin drinken we koffie en thee op het beroemde terras Relais midden in het dorp. Het is een komen en gaan van wielrenners. Ze vormen een mooie mix met de lokale bevolking die hun boodschappen doen en koffie drinken op het terras. George zijn fiets is weer in orde en hij stelt voor dat ik mijn rondje nog wat vergroot nu ik afgesneden heb. “Probeer een stukje van de beklimming in het bos, dan voel je hoe dat is en draai je weer om als je voor je gevoel genoeg gedaan hebt”. Ik sputter nog wat, waarom zou ik 10% klimmen? Maar het vergroot idd mijn rondje en dan weet ik ook wat George morgen gaat doen. George rijdt met de auto voor me uit en de eerst kilometers zijn geleidelijk met 3 tot 4% en slingert door een schattig dorpje en velden. Dan bereik ik het bos en weet dat het vanaf hier menens wordt met een gemiddelde van 10%. Ik probeer een kilometer. Het gaat eigenlijk best goed; ik trap in de kleinste versnelling en zit laag in mijn ademhaling. Okay, nog een kilometer erbij voor ik omdraai. Het is lekker rustig in het bos; warm maar schaduwrijk. Af en toe komen er renners van boven met een vaart van wel  80km/uur. Niet normaal! Er schijnen per jaar 20 doden te vallen op de Ventoux. Ik kan me er iets bij voorstellen. Moe aan een afdaling beginnen en dan wat overmoedig zijn. Ik zit in een fijn klimritme en verbaas me erover hoe ontspannen ik fiets.  Weer een kilometer! Af en toe geeft de meter 9% aan maar onverbiddelijk enkele momenten later weer 11%. George staat geregeld in een bocht te wachten en verbaast zich ook over het gemak waarmee ik fiets. Hij weet van dinsdag hoe steil het is. De gedachte overvalt me: als het blijft gaan zoals nu, zal ik dan.....? Zal ik dan naar Chalet Reynard fietsen? En dan misschien wel…..Ik houd het nog even voor me en iedere keer als ik George zie, zeg ik dat ik nog even een km pak. Als ik over de helft van het bos ben en even afstap voor een banaan deel ik mijn gedachten. Ik heb niets te verliezen, ik trap gewoon km voor km en dan zie ik het wel. Heel fijn zo zonder druk, maar ook zonder eten besef ik me ineens. Twee repen is alles wat ik naast die banaan bij me heb. Maar bij Chalet Renard kun je wat kopen, dus dat komt goed. En oei wat fijn dat ik impulsief het windjackje in mijn zadeltasje heb gestopt. Meter voor meter bedwing ik het bos en ik ben apetrots als Chalet Reynard in zicht komt. De laatste 500 meter zijn ‘maar’ 6%….  wat voelt dat ineens heerlijk! Jemig, ik heb het gefixed!! Het niet te nemen bos is gelukt. Het bos waar George dinsdagmiddag na zijn korte poging nog van zei: dat bos is echt te zwaar voor je Ans. En ik snap waarom hij het zei: ik vond de beklimming dinsdag vanaf Sault ook erg zwaar en haalde maar ten nauwernood de top.
Ik plof heel voldaan op de houten bankjes en keuvel gezellig met andere renners. Genoeg stof tot praten: vanaf welke kant kom jij? Oh je hebt dit vaker gedaan? De hoeveelste keer dan?
George komt terug met twee borden met crèpes voor me. Ik schrans er van; dat voelt ie goed aan dat er nu koolhydraten in moeten! Nu ik hier ben, moet ik naar de top. Die laatste 6 km zijn minder steil dan het bos dus die zal en moet ik fixen. George schudt verbaasd zijn hoofd en kan er met de pet niet bij wat hij hier ziet gebeuren: 8 maanden geleden een nieuwe heup; begin juni nog niet serieus aan het fietsen (in Italie geen fiets mee want ik mocht alleen nog vlak fietsen), dinsdag ziet hij me vreselijk afzien via de minst steile kant en kantje boord te top halen en nu rijd ik ogenschijnlijk relaxed via Bedoin omhoog. Ik durf niet te lang te pauzeren. Bang om de vorm te verliezen en daarbij pakken donkere wolken zich samen en de top is niet te zien. Met het jackje aan begin ik aan het stuk door het maanlandschap. Het 1e stuk is ‘slechts‘ 7%. Als je meer dan een uur 10% hebt getrapt voelt dit goed. Ik heb nu zelfs energie om de omgeving te bekijken: witte kale rotsen waar je ook kijkt. Nauwelijks wind die de wolken kan wegblazen maar het me ook lastig had kunnen maken. Bij ieder groen vakje tel ik 25 trapbewegingen en dan ben ik bij de volgende. Zou dat ook 25 meter zijn? Geen idee maar het leidt fijn af. De laatste 2 km is het toch echt weer 10% en laat ik mijn snelheid terugzakken richting 6.5 km/uur. Zo blijft mijn hartslag in ieder geval onder de 170. Ik voel dat ik in een keer naar de top niet haal en wil in de bocht afstappen voor een minuutje rust als ik zie dat George boven op de keien is gaan zitten voor een foto. Dan nog maar een stukje door. Twee bochten verder hijg ik dan toch even uit. Een paar slokken water en hup de fiets weer op. George helpt me op dit steile stuk weer in te klikken, zo fijn! Bij het monument van Simpson heb ik nu wel puf om even te kijken en ik weet: ik ben nu bijna bij de laatste bocht! Ik zet nog even aan en bereik dan dolgelukkig de top. Ik ben zelf ook helemaal verbaasd wat er de afgelopen uren is gebeurd, maar de trotse lach verdwijnt niet meer van mijn gezicht! George snapt er ook helemaal niets van….”nou ligt morgen de druk bij mij….”
Het is koud, ik schat een graad of 14 en het lichte windje maakt het nog guurder. Na een paar foto’s snel de fiets weer op. Ik frummel nog even een opengevouwen papieren zakdoekje achter mijn shirt en heb spijt dat ik geen handschoenen bij me heb. Maar dit ga ik overleven! Genietend van mijn prestatie zoef ik naar beneden. George rijdt met zijn hoogtevrees angstig maar dapper weer naar beneden. Ook dat is een prestatie! 
In het bos moet ik halverwege even stoppen om mijn witte vingers rust te geven. Wit van zowel de kou als van het knijpen in de remmen. Onder aan de berg wisselen we van voertuig. George op de fiets voor het laatste stuk naar huis en ik de auto. Het is mooi geweest zeggen mijn benen. ‘s Avonds eten we bij Le P’tit Bonheur weer heerlijk Provençaals en gun ik me mijn 1e wijntje van de vakantie. De prestaties zijn geleverd. Ik via Bedoin de Ventoux op...wie had dat ooit kunnen denken!

Foto’s